Van de Obibani's terug naar de Obruni's
Blijf op de hoogte en volg Nathalie
16 September 2014 | Ghana, Kokomlemle
Op moment van schrijven van een groot deel van deze blog zat ik nog op het vliegveld in Accra te wachten op mijn terugvlucht naar Nederland. Dat was vorige week. En nu een week later heb ik de tijd kunnen vinden om dit reisverslag af te schrijven. Het wordt een lange update, want op de eerste dag in Accra na ben ik niet in staat geweest om ook maar een internetpagina te kunnen openen, dus daar gaat ie dan:
Dag 2 in Ghana was een reisdag richting de Volta regio. En die reisdag verliep iets anders dan ik voor ogen had...
In Ghana is een groot vervoersmiddel de trotro. Dit zijn minibusjes die pas vertrekken wanneer deze (tjok)vol zitten. Als je de eerste inzittende bent moet je dus wachten. ...en wachten. ...en wachten. Twee en een half uur later vertrok mijn trotro dan eindelijk richting Ho -spreek uit als Hoe-. Vervolgens bleek dat de brug op de snelste route dicht was voor reparatie en dat de reis nog eens een uur extra zou duren. Het repareren van deze Akosombo bridge gaat trouwens nog twee jaar duren. Ik geef jullie hiermee meteen even een kijkje in de werkethiek van veel Ghanezen.
Eindelijk aangekomen in Ho was de nacht er al ingeslopen. Het wordt in Ghana rond 18.00 uur al donker buiten. Ghana kent vanzelfsprekend geen straatverlichting, dus veel mensen gaan op dit moment ook naar huis. Zo ook de taxi en trotro chauffeurs. En daar was mijn volgende probleem. Ik was van plan om naar Biakpa te reizen die dag en wilde dus nog een stukje verder reizen. Ik heb op het bijna verlaten trotro station wat rondgevraagd en werd door een man meegenomen door een smal, donker en vies steegje naar de overkant van de straat. Bij nader inzien niet heel voorzichtig van me, maar ik eindigde uiteindelijk in een trotro die nog naar Amedzofe ging en deze aardige chauffeur wilde mij daarna wel afzetten bij de Mountain Paradise Lodge in Biakpa. Superfijn, anders had ik nog een slaapplek in Ho moeten zoeken!
De naam en de Bradt reisgids klonken positiever over Mountain Paradise dan mijn ervaring ten tijde van mijn verblijf. Ooit zag het er vast prachtig mooi uit. Dat kun je nog zien aan de ruïne-achtige overblijfselen van wat ooit vast een prachtig deck was welke uitzicht geeft over de vallei. Of het sanitairgebouw wat ooit vast de allure had van een chique lodge. Na drie en een halve week Ghana ben ik er ook achter dat dit met alles zo is. Er wordt gebouwd, maar nooit onderhouden en langzaam raakt het hele land steeds meer in verval.
In de Bradt had ik gelezen over een drie uur durende hike langs de Kulugu rivier die onder Mountain Paradise loopt en deze wilde ik wel gaan doen. Een dag eerder na aankomst in Biakpa heb ik een leuke avond gehad met een Duitse broer en zus en een Franse jongen die vlak voor mij waren gearriveerd en zij wilden mee. Vanuit Mountain Paradise kregen we een provisorische kaart mee en gingen we op pad. Ongeschonden is niemand ervanaf gekomen, want een echt pad was nergens te bekennen. Je kunt het gerust een klim en klauter trail noemen, waarbij er enkele keren meters naar beneden moest worden geabseild langs natte touwen met om de 5 meter een knoopje voor houvast. En juist daardoor vond ik dit één van de tofste hikes die ik ooit gedaan heb! In mijn hoofd zag ik mezelf alweer hangen in een gezekerd harnas aan de klimwand en nu had ik niks. Geen harnas en geen zekeringen. Alleen maar een spekglad touw en de Lowa Renegades aan mijn voeten. Ik heb het toch maar even mooi gedaan!
Na allemaal (weer) een douche te hebben genomen zijn we -ook weer met zijn allen- vertrokken naar Tafi Atome. Hier is een sanctuary met één van de laatste groepen Mona Monkey's. Het verhaal is dat de dorpelingen 100 jaar geleden werden beschermd door de aapjes toen zij hier voor het eerst neerstreken. En tot op heden verlenen de dorpelingen de aapjes dezelfde gunst terug.
Leuk voor de foto's, maar dat was het dan ook wel. Enorm interessant vond ik wel dat de oren en de handen van deze aapjes echt exact zoals die van ons mensen zijn!
Na ons bezoek aan Tafi Atome gingen we ieder ons eigen weg. Dit keer had ik meer geluk en binnen 5 minuten zat ik in een 'shared taxi' onderweg naar Hohoe. Spreek uit als Hogoi. Op het trotro station in Hohoe hoefde ik verrassend genoeg ook maar een kwartiertje te wachten voordat de shares taxi vertrok. En ik had nog een plekje voorin ook! Het voordeel van een witte huid dacht ik..
De achterbank zat tjokvol met 3 volwassenen en hun kroost. Ik besloot aan te bieden om één van de kinderen op schoot te nemen. En natuurlijk stond de moeder met het hardst krijsende kind als eerste naast mijn deur! Moeders had dat erg slim bekeken, want die wist natuurlijk dondersgoed dat haar dochtertje volledig stil zou vallen bij het zien van een 'obruni'. En voor de rest van de rit ben ik met grote ogen aangestaard door een 3-jarig meisje.
Wli falls stond voor donderdag op de planning. Dit kon ook niet anders, want ik zou maar één dag in Wli Agorviefe blijven. Spijtig, want ik had zo'n spierpijn van de hike een dag eerder dat ik heb besloten alleen maar de wandeling naar de lower falls te maken. In minimaal vier uur 600 meter omhoog lopen zag ik met mijn zere spieren niet zo zitten. De wandeling heen en terug naar de lower falls bedraagt maar anderhalf uur, dus ik heb voor de rest van de dag lekker de zon opgezocht vanuit een ligbedje bij de lodge. Dit was tenslotte voor mij ook gewoon vakantie :)
Tegen het vallen van de avond was ik nog getuige van een prachtig spektakel van toekans en yellowbirds in de lucht. Deze gingen op jacht naar vliegjes welke als een waar Disney-spektakel vanuit hun schuilplaats uit de grond kwamen gevlogen. Vast op jacht naar hun avondeten, om vervolgens als avondeten te belanden van de toekans.
De reis terug naar Accra de volgende dag verliep zo soepeltjes dat ik maar besloot om direct door te reizen naar Asaafa i.p.v. nog een nachtje in Accra door te brengen. Ik moest in Accra van het ene naar het andere trotro station reizen, maar ook dit verliep sneller dan ik dacht. Waar ik niet op had gerekend was dat heel Accra op vrijdag na het werk richting eigen dorp vertrekt en de wegen die Accra uit gaan dan compleet vol lopen. Mankessim was nog zo'n twee en een half uur weg en vanuit daar had ik nog 40 minuten via een onverharde weg te gaan naar Asaafa. Om 22.00 uur 's avonds arriveerde ik in Asaafa en stond Stefny me op te wachten.
Vanaf hier begint het grootste gedeelte van mijn reis!
Ik heb kennis gemaakt met Brandon en Stefny en hun One Love Foundation en de rest hebben we bewaard voor de volgende dag.
De volgende ochtend heeft Stef me een rondleiding over hun terrein gegeven en vervolgens een tour door het dorp met alle projecten die zij steunen.
De One Love Foundation ondersteund een aantal projecten in het dorp Asaafa, waarvan de grootste de school en een kliniek zijn. De kliniek hebben zij met behulp van vrijwilligers en hun donaties opgebouwd en nadat de laatste dingen gedaan zijn zal deze worden overgedragen aan de overheid. Want dat is waar de One Love Foundation naar streeft; zoveel mogelijk in handen van de lokale mensen te houden.
De muur om de kliniek heen was het laatste wat nog gedaan moest worden. Dit is een vereiste vanuit de Health Department om zo de geiten buiten te houden en de hygiëne in de kliniek te kunnen bewaken. Een piepklein deel van mijn donatie is gebruikt om de muur af te maken en ik ben trots te kunnen melden dat hierdoor de kliniek eindelijk open kan! Stefny heeft zelfs de ambitie om volgend jaar een opleiding voor vroedvrouw te gaan volgen en zo te kunnen gaan ondersteunen in de kliniek!
Tijdens deze tour door Asaafa heb ik ook Ebenezer en zijn vrouw Mary ontmoet. En Mary vertelde tijdens deze eerste ontmoeting dat ze drie maanden zwanger is van hun vierde kindje. Wie weet is zij de eerste bevalling van de kliniek!
De school wordt ook gereguleerd door de overheid. Maar deze heeft nog steeds flink wat ondersteuning nodig anders zou er nergens in geïnvesteerd worden. Wat uiteindelijk ten koste van de kinderen gaat. Brandon en Stef worden op handen gedragen in Asaafa vanwege de Foundation en hun vrijwilligers dat het soms moeilijk blijft om de mensen zelfstandig dingen op te laten lossen.
Zoals in Ghana alles onvoorspelbaar is, zijn de scholen dat ook. De schoolvakantie die tijdens mijn verblijf in Asaafa zou aflopen is verlengd. Dat kan zomaar een dag van te voren besloten worden. (bij)Lesgeven zit er dus niet in.
Brandon en Stef zijn met eerdere vrijwilligers begonnen aan het schilderen van de school in de Methodist kleuren (blauw en geel). en het leek mij wel een leuk idee om daar een toevoeging in aan te brengen. Het idee is om leerzame dingen op de muren te schilderen. Denk aan het alfabet, breuken, tafels, maar ook lichaamsdelen, topografie en ook kleuren en vormen voor de lagere groepen. Brandon noemt het 'talking walls'. Dit gaan we doen op het primary gebouw. In NL zou dit groep 3 tot en met 8 van de basisschool zijn. Dit wordt project nummer 1!
Tijdens de rondleiding in de school trok Brandon een lokaal open en het eerste wat mij opviel was hoe donker het daar wel niet was. En er was geen lamp te bekennen! Brandon legde uit waarom er houten luiken voor de ramen zitten en waarom deze tijdens de lessen ook altijd potdicht zitten. Hij vertelde dat elke groep op een ander moment pauze heeft en als de luiken open staan de kinderen alleen maar naar buiten staren en de kinderen die pauze hebben naar binnen gaan hangen. Ik snap dat dit niet bevorderlijk is voor het leerproces, maar dat waren deze donkere lokalen ook niet! Hoe kun je lezen, schrijven en rekenen als je niet eens kunt zien wat er in je schrift staat? Brandon wil hier graag ramen in plaatsen en ik stremde in. Ik vertelde hem dat ik in Accra en in de Volta regio in elke hostel glazen lamellen voor mijn ramen had die open en dicht konden. Deze heb je in helder en mat glas. Met mat glas zou er wel licht binnen kunnen komen, maar de kinderen zouden niet naar binnen of buiten kunnen staren. Bijkomend voordeel is dat de bovenste helft van de lamellen dan opengezet kan worden voor frisse lucht. Brandon was enthousiast en dacht zelfs dat hij dat zelf kon installeren. En dat kon hij ook!
Omdat Ghana heel gelovig is, is zondag een rustdag. Dus ik heb deze dag heerlijk genieten van de zon, mijn bungalowtje aan het strand, een hangmatje en de zee.
Net als in Nederland gaat het weekend hier ook veel te snel voorbij en voor ik het wist was het maandag en moest ik aan de slag!
Na het ontbijt zijn we naar Mankessim vertrokken om materiaal te halen. Verf voor de muren en de materialen voor de ramen.
Brandon en Stef zouden zich bezig blijven houden met het afmaken van de blauw en gele ondergrond en ik ging erachteraan met een roller witte verf om vlakken aan te brengen. Het voelt geweldig om mee te kunnen denken en zelf te kunnen bepalen waar ik mijn donatie aan uitbesteed. De verdere week zijn we voornamelijk bezig geweest met schilderen. Ik had het aanbrengen van de witte vlakken af en ben begonnen aan de eerste tekeningen en Brandon heeft een begin aan de ramen gemaakt. En dat gaat nog vrij vlot ook! Een uurtje per raam is zeker niet gek. Heel handig dat Brandon zo handig is!
In het begin was ik een beetje teleurgesteld dat ik geen Engelse les kon geven of kinderen bijles kon geven om ze terug op het niveau van hun klas te krijgen, maar het verven van de school blijkt ook erg belonend werk. Elke keer dat ik aan het verven was stormden nieuwsgierige kinderen op ons af. En terwijl ik de talking walls aan het opzetten was kon ik ze om me heen al het alfabet horen oefenen of de kleuren van de regenboog opnoemen.
Ook de volwassenen in het dorp vinden het prachtig. De cultuur in Ghana is zo samengesteld dat iedereen zijn eigen vak verstaat en uitvoert. Iets anders dan dat kunnen (of willen) ze op voorhand niet. Mensen zijn dan ook erg verbaasd als je op hun vraag antwoord dat je geen schilder bent, want in hun ogen kan alleen een schilder schilderen.
Woensdag is voor Stef en Brandon altijd een boodschappendag. Dan gaan ze de weekinkopen doen in Cape Coast en Mankessim. Ik ben mee gegaan, want ik wilde in Cape Coast het kasteel bezoeken. Één van de vele (nog bestaande) slavenforten langs de westkust van Afrika. Ooit ook lange tijd in handen van Nederland. Zo is er langs de kust tussen Mankessim en Cape Coast ook nog een Fort Amsterdam en een Fort Lijdzaamheid.
Vrijdagmiddag, na een ochtend verven, zijn we bij vrienden van Brandon en Stef thuis gaan lunchen. Hier heb ik mijn eerste fufu op. Fufu is een typisch Ghanese maaltijd gemaakt van cassave en plantain (een soort banaan) wat een aardappelpuree achtig goedje maakt wanneer dit gepureerd wordt. Dit wordt geserveerd met vis of kip in een soepje. Een grote schaal vol wordt op tafel gezet en dan mag je er met je vingers induiken. Het was heerlijk en volgens Stefny in Nederland ook te koop bij de toko! Het goedje fufu dan, de vis en soep moet je er zelf nog bijmaken. Wie komt er eten?
Zondag was een welverdiende rustdag na een week verven en met veel geluk dit keer een dag zon! Je hoort mij niet klagen hoor, want de temperatuur is nog steeds fantastisch. Tijdens het verven is het dan juist wel lekker dat het bewolkt is. Maar op vrije momenten als dit zie ik toch graag een zonnestraaltje.
Maandag heb ik mezelf weer in een trotro gehesen. Ditmaal om Kakum National Park te bezoeken en de canopy walk daar te doen. Een wandeling over hangbruggen die hoog boven in de bomen zijn geplaatst. Ik heb geen hoogtevrees, maar wiebelende bruggen zijn niet zo mijn ding. Juist daarom wilde ik de uitdaging aangaan.
Twee kilometer voor de inrit naar het park begon het keihard te plenzen! Je nadert een regenwoud dus heel verwonderlijk is het niet, maar ik was wel even bang dat ik de hele rit voor niks had gemaakt. In het entreetje bij de inrit heb ik zitten wachten tot de regen ophield, want de echte entree was nog eens 300 meter verderop. Op een gegeven moment stopte er een taxi met twee Duitse meisjes. de taxichauffeur vroeg me of ik naar Cape Coast moet en ik vertelde hem dat ik eerst het park wilde bezoeken, maar daarna inderdaad die kant weer op moest. Ik kon met de meisjes meerijden naar de entree van het park en na het regelen van onze toegangsbewijzen was het opgehouden met regenen. Wij hebben het de hele wandeling droog kunnen houden, dus ik had wel een beetje medelijden met alle mensen die we zeiknat terug zagen komen van hun wandeling. Ik ben met de meisjes terug gereden naar Cape Coast en onderweg hebben we nog even bij een krokodillenfarm geluncht.
Dinsdag ben ik met Brandon en Stef weer mee gegaan naar Cape Coast, want ik had de laatste keer een leuke rasta markt gezien buiten het kasteel waar ik toen niet aan toe was gekomen. Ik heb er weer mooie souvenirs en vele huwelijksaanzoeken op nagehouden!
Woensdag arriveerde er een nieuwe vrijwilliger die drie maanden lang zal blijven. Zij gaat een theatershow met de kinderen van de school opzetten. Ze is een echte theatervrouw en je merkt meteen dat ze van de schijnwerpers houdt. Ondanks dat ze nog niet kon beginnen, omdat de school nog niet begonnen was eiste ze meteen alle aandacht op en ik merkte dat het voor Brandon en Stef ook moeilijk was om mijn nog lopende projecten de aandacht te geven die zij wilden.
Van donderdag tot zondag hebben we nog volop geschilderd en heeft Brandon de ramen afgemaakt. Petje af! Het schilderen ging helaas minder voortvarend. Door het gebruik van olieverf is de ondergrond erg glad en dat maakt schilderen met penselen erg lastig. Waar ik had bedacht per dag één talking wall af te maken, doe ik er twee dagen over. Ik heb de talking walls op het primary gebouw helaas dus niet afgekregen. Een volgende vrijwilliger zal het stokje moeten overnemen.
Ik had nog een beetje van de donatie over en met Brandon heb ik wat mensen in het dorp geregeld om van dit geld betonnen bankjes rondom de bomen voor de school te maken. Zo kunnen de kinderen tijdens hun pauzes ergens zitten. Dit hebben we de vrijdag voor mijn vertrek pas in gang gezet, dus dit eindresultaat zal ik ook van foto's moeten bewonderen.
En toen zat het er alweer bijna op. Zondag was qua weer echt de beste dag van de hele vakantie. Stalend blauwe lucht. Die heb ik nog even mee mogen pakken!
Iedereen heeft zijn eigen redenen om vrijwilligerswerk te gaan doen. Ik zo ook. Ik wilde iets waardevols betekenen. Het gevoel hebben dat ik kon bijdragen aan een betere toekomst. Een land als Ghana kan alleen maar verder ontwikkelen door het ontwikkelen van kennis en daar zag ik mijn kans.
Trots zijn op jezelf, de dingen doen waar je goed in bent, sociale erkenning, zijn allemaal ondergeschikt aan het plezier, het sociale contact (zeker met de lokale bevolking) en de ervaring van het werken en leven in een Afrikaans onderontwikkelde cultuur. Ik ben in mijn eentje deze ervaring aangegaan en ik heb me geen moment alleen gevoeld. Ghana en zijn mensen hebben me een prachtige tijd gegeven.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley